PRE Groep5

From Control Systems Technology Group
Jump to navigation Jump to search

Leden

Onderzoek: De acceptatie van robots aan de hand van uiterlijke kenmerken

Na veel wikken en wegen hebben we als groep besloten om het project te doen over de acceptatie van robots in de samenleving, gespecificeerd op de uiterlijke kenmerken, en de bijpassende rol van deze kenmerken in de acceptatie. Het doel van ons onderzoek is om een soort van 'checklist' op te kunnen stellen waar nieuwe robotmakers hun robot aan kunnen toetsen, en aan de hand van onze checklist bepalen of de robot geschikt is voor de doelgroep die hij of zij voor ogen heeft.

De checklist is er echter zomaar niet, daarvoor moeten we eerst een onderzoek uit gaan voeren. Onze onderzoeksvraag luidt als volgt: Hoe beïnvloeden uiterlijke kenmerken de acceptatie van robots? We willen met behulp van een vragenlijst gaan toetsen welke uiterlijke kenmerken welke invloed hebben op de acceptatie, en het vertrouwen van robots in de samenleving.

Hypothese

Wij hebben onze verwachtingen op het gebied van de voorkeur voor uiterlijke kenmerken in de volgende tabel beschreven:

Kenmerken\Doelgroep 0-12 jaar 0-12 jaar 12-30 jaar 12-30 jaar 30-60 jaar 30-60 jaar 60+ 60+
Man/Vrouw Man Vrouw Man Vrouw Man Vrouw
Grootte Klein Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld Klein
Breedte Breed Smal Smal Smal Smal Smal Smal
Vorm Organisch Hoekig Rond Hoekig Rond . Rond
Realisme Beide Realistisch Realistisch Realistisch Realistisch . .
Textuur Harig en zacht . . . Zacht . Zacht
Menselijkheid - Robotachtig . . . . .

Het beeld dat mensen hebben van robots wordt grotendeels gevormd door wat mensen zien op bijvoorbeeld televisie en in nieuws te denken aan films zoals Star Wars en The Terminator, of in nieuws over ruimte verkenning of het vervangen van arbeiders door robots. Deze hebben invloed op met welk perspectief mensen naar robots kijken en hoe ze deze accepteren. Voor ouderen geldt vaak dat de robot op een speelsere manier is ontworpen, hierbij te denken aan Paro de zeehondrobot om ouderen gezelschap te houden. Dan hebben we nog Hug welke een knuffel kan doorgeven van bijvoorbeeld opa naar kleinkind en andersom. Of AIBO, een robothond welke heeft laten zien dat het communicatie tussen demente ouderen verbeterd en eenzaamheid vermindert. [1][2]

Bij ouderen liggen bij de acceptatie en integratie van zorgrobots een aantal kenmerken centraal bij hun houding tegenover robots. Aspecten die belangrijk zijn, zijn gebruiksvriendelijkheid en gebruikersgemak. Het bevorderd de acceptatie wanneer de robot nuttig is in plaats van opdringerig. [3]

Wij denken dat mensen door het opgedrongen beeld het idee hebben dat de robottechnologie verder ontwikkeld is dan in werkelijkheid het geval is. Daarom verwachten wij dat de meeste mensen met weinig tot geen kennis op het gebied van robotica (vakgerelateerd of interesse) een onrealistisch korte termijn opgeven waarin ze verwachten samen te gaan werken met robots.

Doelgroep

Een belangrijke stap voor het maken van een goede vragenlijst is het duidelijk bepalen wie de doelgroep is (zie stappenplan vragenlijst), dus moeten we eerst voor ons zelf duidelijk hebben welke groep we willen bereiken met onze vragenlijst. We hebben besloten om voor de doelgroep werkend Nederland te gaan. Dit omdat mensen vanaf een jaar of 20 mentaal volwassen zijn, en je dit tot een jaar of 60 à 70 blijft. Dit zorgt er voor dat de doelgroep qua denkvermogen dicht bij elkaar in de buurt ligt, wat zorgt voor minder variatie in de antwoorden. Daarnaast is werkend Nederland ook de groep mensen die de grootste kans heeft om samen te werken met robots, of dat in de nabije toekomst te moeten doen. Dit zorgt voor betere, en meer realistische antwoorden, aangezien deze groep mensen het al enigszins gewend is om om te gaan met robots en/of robotica.

De focus van dit onderzoek ligt dus op werkend Nederland. Dit ook omdat in de arbeidsmarkt groot kapitaal zit, daar worden technologieën dan vaak ook eerder geïntegreerd dan in de consumentenwereld. In de auto-industrie is een robot die een taak overneemt van een monteur bijvoorbeeld al heel gewoon terwijl bij de huis-tuin-en-keuken garage de monteur nog zelf de band moet monteren. Daarom focussen wij met dit onderzoek in de eerste instantie op werkend Nederland, omdat hier in de komende tijd waarschijnlijk grote veranderingen komen wat introductie van kunstmatige intelligentie betreft. Dit betekent dat de doelgroep waar wij naar gaan kijken ongeveer van een jaar of 20 tot 60 loopt. Wij zijn heel benieuwd of er binnen deze groep ook een duidelijke spreiding te vinden zal zijn wat betreft voorkeuren, maar hier durven wij van tevoren geen uitspraak over te doen. Daarom is besloten deze groep zo breed mogelijk te houden. Uit praktische overwegingen was dit ook het slimst, zo hebben wij een betere garantie dat er voldoende resultaten binnen komen.

Aanpak

De manier waarop we hieruit verder gaan komen, is als volgt. We hebben een aantal categorieën opgesteld, welke gezamenlijk voor ons de essentie van de uiterlijke kenmerken van een robot vangen. Voor elke categorie zijn minstens 5 afbeeldingsparen verzameld, waarbij elk paar bestaat uit een aantal mogelijkheden binnen de bepaalde categorie. We hebben op aanraden van Raymond Cuijpers besloten om te gaan voor deze methode van afbeeldingsparen om de invloed van de kenmerken die verschillen tussen twee afbeeldingen en NIET toe te wijzen zijn aan de beoogde categorie zoveel mogelijk uit te bannen.

Deze afbeeldingsparen worden omgezet tot vragen voor een vragenlijst, welke online zal worden gezet. Deze vragenlijst voldoet aan het stappenplan vragenlijst, en zou daarom relevante informatie moeten geven, zodra er volgens de steekproefomvang genoeg mensen ondervraagd zijn. Zodra we het gewenste aantal responsies hebben ontvangen is het zaak om aan de hand van het stappenplan analyse de resultaten om te toveren in de beoogde checklist.

Verwerking

Hier komt de verwerking.



Link naar de vragenlijst.

Externe Pagina's

-->

Planning Groep 5

  • Week 1| Communicatievormen en fysieke vormen van de robots bepalen
  • Week 2| Robots bouwen
  • Week 3| Onderzoeksplan formuleren, eventueel beginnen met testen
  • Week 4| Testen, eventueel doorontwikkelen
  • Week 5| Gevonden resultaten extra uitwerken, en conclusies aan verbinden
  • Week 6| Buffer
  • Week 4| onderzoek naar vragenlijsten, doelgroep en kenmerken
  • Week 5| vragenlijst opstellen en verspreiden
  • Week 6| vragenlijst verspreiden en data verwerken
  • Week 7| verslaglegging

voor een uitgebreidere planning, zie planning Groep 5.