Transcript

From Control Systems Technology Group
Jump to navigation Jump to search
The printable version is no longer supported and may have rendering errors. Please update your browser bookmarks and please use the default browser print function instead.

P: Wij doen dus zoals ik al zei een use project en wij zijn een beetje aan het kijken naar wat de mogelijkheden zijn voor robots in warenhuizen. Om te kijken hoe dat meer sociaal interactief gemaakt kunnen worden met medewerkers. We hebben gelezen wat jij gedaan had maar weten dit niet helemaal precies. Want ik heb bij het robots symposium. Heb jij ook gedaan.

N: jaja daar herkende ik jouw naam van.

P: ja ik heb in ieder geval aangegeven waar je je posters op kon hangen.

N: Maar je hebt niet de praatjes bij gewoond.

P: nee ik heb niet de praatjes bijgewoond. Ik moest een beetje rondrennen achter de schermen. Dus ik heb die van jou toevallig niet bijgewoond. Maar vanuit Borghuizen, Rooiakkers en van de Mollengraft kwam jouw naam. Die weet hier wel meer van, die moet je vragen of ze er meer van weet. Dus we vroegen ons af wat jij nu precies doet aan werk.


N: Ja ik ben onderdeel van het fast traject. Daar heb je vast ook wel van gehoord dan via Jesse. En mijn specifieke stukje daarin is hoe robots en mensen elkaar beter kunnen begrijpen. In het fast project zijn het allemaal avgs(automated guided vehicle). Die jullie waarschijnlijk in warenhuizen ook tegen gaan komen. En die hebben eigenlijk allemaal een taak die niks met mensen te maken heeft. Die moeten gewoon hun eigen ding doen. Bijvoorbeeld de vloer poetsen of dingen van a naar b brengen. Logistiek achtige dingen. Dus die heeft eigenlijk geen mensen nodig maar die zijn er wel. Dus in al die ruimtes waar avgs rondrijden zijn ook mensen. En voor mij is het dan het doel dat die mensen en robots elkaar beter begrijpen. Dus dat wil zeggen dat de robot snapt wat de mens is, dat is vaak al stap een. Want nu is het vaak dat mensen als obstakel gezien wordt. En dat met mensen op dezelfde manier omgegaan wordt als met een stoel. En dat is natuurlijk niet waar. Mensen hebben eigenlijk altijd ook een idee van wat die robot aan het doen is. En als dat niet klopt dan voelen ze zich ongemakkelijk. Dus ik wil dat robots begrijpen wat mensen aan het doen zijn. En wat mensen zijn en hoe ze daar mee om moeten gaan. Dat ze bijvoorbeeld meer ruimte moeten nemen zodat mensen zich veilig voelen. En ik wil ook dat de mens begrijpt wat de robot aan het doen is. Dus nu geeft de robot vaak ook niet aan waar hij mee bezig is. En zoals ik net al even zei zijn mensen wel zo dat ze altijd wel een idee hebben wat de robot volgens hun aan het doen is. En als dat niet klopt dan is dat heel erg vervelend voor beide identiteiten eigenlijk. Dus daar is van alles in te doen. Dus het grootste deel waar ik onderzoek naar doe is menselijk navigatie human aware navigation, social navigation en het aanleveren van cue vanuit de robot. Dus hoe de robot nou zijn eigen intenties aan de buitenwereld laat zien op zo een manier dat de verwachtingen die mensen van een robot hebben kloppen met het gedrag van de robot.


P: en hoe doe je dat dan ongeveer.


N: Met lab studies onder andere. Wij hebben altijd ipo labs en dan laat je de robot bepaald gedrag vertonen, nodig je x aantal proefpersonen uit en vraag je mensen gewoon hoe ze dingen interpreteren. Of je let op het gedrag van mensen. Je kan timen hoe lang iemand ergens over doet, wat iets zegt over hoe goed iets begrepen wordt. Want dat is eigenlijk wat mensen vaak doen als ze de robot niet begrijpen: wachten. Dus als mensen zelf efficiënter naar hun bestemming willen komen dan hebben ze het waarschijnlijk beter door. Dus dat voor studies doen wij.


P: Want heb jij ook met vanderlande ook dan …


N: vanderlande is een van de partners in het fast traject.


P: oke dus doen die ook al??.onverstaanbaar.


N: ja die doen logistieke dingen dus in warenhuizen producten van a naar b brengen.


P: ja oke dat vroeg ik me een beetje af. Is dat ook een beetje hetzelfde wat jij bij het robotics symposium verteld had.?


N: Ja daar heb ik over twee van mijn studies verteld. de ene is waarin we iets met human aware navigation gedaan hebben , en de andere met cues


P: dus daarom had je twee poster.


N: nee eentje was van een van die studies en de andere was meer algemeen. Jesse kwam posters tekort en ik had die ene toch liggen dus ik zei:zal ik die dan maar pakken.


P: oke ja nee dan heb je al heel veel verteld. Het grootste gedeelte van de vragen beantwoord. ja welke specifieke middelen heb je getest voor communicatie tussen robots en mensen. Je zegt we hebben wel testen gedaan met proefpersonen maar niet specifiek van wat bijvoorbeeld.


N: klopt heb ik niet gezegd. Ik heb dus twee studies samen met studenten gedaan. Of studenten begeleid bij studies die relevant zijn. Eentje was dus over human aware navigation. Waar we hebben gekeken naar een optimale passing distance. Dus we hebben een gang gecreëerd waarin proefpersonen de robot tegen kwamen. en de robot kwam dan of links of recht langs op verschillende afstanden. En wij hebben die proefpersonen gevraagd hoe comfortabel was je met deze situatie. En wat we verwacht hadden was dat mensen liever aan hun linkerkant gepaceerd werden . Zoals wij ook in het verkeer en in gangen de voorkeur hebben omdat wij dat gewend zijn. Dat hadden we verwacht maar hebben we niet gevonden. Het maakte niet zoveel uit links of rechts. Maar we vonden wel een heel duidelijk effect van afstand. Dus hoe dichter bij hoe oncomfortabeler mensen werden. Daar konden we ook een formule doorheen fitten die we bijvoorbeeld kunnen gebruiken in navigatie algo waar we bijvoorbeeld comfort met efficiency af kunnen wegen. Dat is natuurlijk ook iets wat in jullie use case scenario heel erg belangrijk is. Want we kunnen comfort optimaliseren maar dan moeten robots waarschijnlijk ver om mensen heen. Maar dan is het weet niet efficiënt. Dus dat is de ene studie. De ander is over het geven van cues.


P: hoe groot zijn die robots ongeveer


N: voor beide studies hebben we pepper gebruikt. Dat is een beetje biast omdat dat een humanoïde is.(die ziet er menselijk uit). Maar we hebben eigenlijk niet de menselijke eigenschappen van de robot gebruikt. Maar we hebben die gebruikt omdat ons platform bij fast nog niet helemaal af was en die gewoon toegankelijker is voor studenten die nog niet eerder met robots gewerkt hebben want makkelijk te programmeren. En die is 1.20 m. bij beide studies die ik nu beschrijf willen we ook nog ooit met een niet menselijke robots de studies opnieuw doen. Bij de andere studie hebben we een soort schaakbord gemaakt met een grit van 6 bij 6 in een lab. Daar hebben we pepper en een proefpersoon in gezet. Tegen de proefpersoon hebben we alleen gezegd jij begint op a4 en je moet eindigen in c3. Om en om moesten ze een zet doen dus eerst pepper dan de proefpersoon dan pepper dan de proefpersoon. De proefpersoon had als taak om zo snel mogelijk op zijn target tile te komen. Maar hij mocht niet op hetzelfde vak als pepper uit komen. Dus ze moesten kijken naar wat pepper ging doen. zodat ze wel efficiënt naar hun eindbestemming gingen. Zonder met pepper te botsen enzo. pepper had ook een target maar die was onbekend voor de proefpersoon. Hiervoor hadden we drie cues geïntroduceerd die allemaal ook op een avg geïmplementeerd kunnen worden. We hadden lets gebruikt voor pepper: oog lets, oor lets en schouder lets. Die deed ie knipperen aan de kant waar ie de volgende beurt heen ging. We hebben spraak gebruikt dus dan zij pepper gewoon ik ga de volgende beurt links. en we hebben gestures gebruikt waar pepper zijn voorkant aanpaste naar het vakje waar hij de volgende beurt heen wou. Die proefpersonen hebben al die cues mee gemaakt in verschillende scenario's. We hadden in een van de scenario's gangen gemaakt in het grit waardoor ze elkaar in een nauwe opening tegen kwamen, en in een ander scenario was de robot nog niet zichtbaar aan het begin van de trial. Dan kon pepper wel zeggen ik ga rechts maar dan zagen ze niet wat de voorkant van de robot was.


N: we hadden ook een open scenario waarin ze gewoon elkaar passeerde in een open ruimte. We hebben daarna ook proefpersonen gevraagd hoe goed ze begrepen wat pepper van plan was. En we hebben gemeten hoe lang mensen over de trial deden. zoals ik net al zij als ze het beter begrepen dan zetten ze eerder hun stap dan als je zoiets hebt van wat gaat ie doen. Daar kwam uit dat de lets niet zo goed werden begrepen. nu denk ik dat dat bij een avg heel anders is omdat die meer in de categorie auto valt en pepper meer in de categorie mens. Dus de lets vonden mensen verwarrend, ze deden er ook heel lang over en ze botste ook vaker met pepper. Dus die was niet zo goed bevallen. spraak vonden mensen zelf het fijnste die konden ze zelf het beste begrijpen, maar als we alleen kijken naar gedrag dan was gebaren veel sneller dat spraak. Want als je pepper gewoon naar links draait dan zie je meteen waar ie heen gaat. En als ie zegt ik ga dadelijk links dan moet je eerste kijken wat links voor hem is.


P: want wat wij dan een beetje proberen te kijken is een sociaal aspect wat we eraan toe kunnen voegen. Zaten we vooral te denken aan stem. Wat jij ook al zei. Dus dat komt wel heel goed uit.


N: ja uit die studie is gebleken dat mensen daar zelf vooral heel erg positief over waren. Dat vonden ze het makkelijks.


P: Oke dat is goed om te horen.


N: terwijl we in gedrag iets anders zagen.


P: Pim bazelt hier maar door zonder doel of vraag dus ik skip naar zijn echte vraag.


P: wat verwacht je van de toekomst? hoe dat straks in een fabriek of warenhuis gaat gebeuren.


N: Dat weet ik niet zo goed. Daar wil ik nog heel veel onderzoek naar doen. Bijvoorbeeld spraak zou mooi zijn maar spraak is heel erg iets is wat wij aan mensen linken. Daarom wil ik ook graag die studie die ik net besprak met een avg doen want dit kan heel anders zijn dan met pepper. En spraak is heel afhankelijk van het rumoer in de ruimte. Als je echt naar een use case van vandelande kijkt dan is er veel ruis en geluid. En dat is dan misschien wel lastig. waar ik dus wel ook heel erg voor ben is dat een avg een hele duidelijke voorkant heeft. Want dat is ook wat we zagen met die houding als je gewoon laat zien van ik ga die kant op. Daar reageren wij mensen heel goed op. En dat is bij pepper heel duidelijk maar bij aan avg vaak niet. Zeker als het een holonoom platform is, als ie alle kanten tegelijkertijd op kan. je weet het niet en je weet ook niet welke kant hij op gaat. en dat wordt heel verwarrend. Dus een duidelijke voorkant en dat ie dan ook vooral voorwaartse snelheid heeft. en verder denk ik dat heel erg belangrijk is om dingen te gebruiken waar mensen heel erg bekend mee zijn. dus wat een auto doet werkt waarschijnlijk ook heel goed. en we hebben ook [onverstaanbaar een of andere schoonmaak robot] in het fast project het bedrijf [onverstaanbaar]. Dat zijn van die schoonmaak robots die schrobben de vloer.


P: die [onverstaanbaar naam robots]


N: die ja, die stond er idd ook eentje. die heeft al van lampjes links en rechts die knipperen en hij heeft ook witte lampjes als ie achteruit rijden. Heel erg auto achtig daar is het probleem dat die robots zelf ook niet echt weten welke kant ze op gaan behalve als ie het in zijn sonar detecteert. dus als ie iets detecteert gaat ie meteen naar rechts. Dan doet ie het lampje wel aan maar als je met de auto rechts gaat doe je dat al een paar meter van tevoren. Dus we hebben daar gekeken naar die robots en hoe die daar in het warenhuis rijden. En ik vond dus ook heel erg tegenvallen hoe goed die lampen werken. Want het is echt van hij gaat naar recht en hij heeft zijn lampje wel aan maar hij is al recht aan het gaan.


P: het is een beetje instant.


N: ja dus het zou fijn zijn als ie ook kan anticiperen zoals een mens. Ik denk dat dat een hele belangrijke eigenschap is. Maar daar is nog niet heel veel onderzoek naar gedaan dus ik hoop daar nog meer te doen in de komende tijd. Er is nog niet heel veel over bekend. Want gaan jullie ook echt iets van een studie doen of gaan jullie gewoon een plan schrijven over hoe jullie denken dat het moet veranderen.


P: ja we gaan proberen te kijken of we iets kunnen vinden waarin we iets kunnen veranderen en toepassen. Maar we hebben natuurlijk maar een kwartiel.


M: ja dat is krap.


P: maar we willen kijken of we iets kunnen vinden wat op een idee kan uitlopen.


N: zijn jullie een beetje handig met programmeren.


T: we hebben drie software science studenten. Dus we zijn vrij technisch. Op dit moment is onze hoek wel vooral om te kijken of wij een oplossing kunnen vinden. Één manier om stem te integreren in robots in warenhuizen enzo om de samenwerking beter te laten werken. We zitten wel na te denken over een prototype maar het is niet een van onze hoogste prioriteiten.


N: ja dan moet je wel kijken of je wel iets kan gebruiken wat we al hebben. (als je een prototype wil maken)


T: ja we zaten te kijken naar een casestudie. Dus dat we scenario's voorleggen aan mensen. Het liefst mensen die al met robots gewerkt hebben en dan kijken wat zij ervan denken. Maar we zijn nog een beetje in de ontdekkingsfase.


N: ja het is jammer dat ons centrum van fast inmiddels een heel end af is maar net dat spraak stukje is nog niet echt naar gekeken. want anders zou ik zeggen dat is waarschijnlijk een hele kleine moeite. en die kan je hier op de campus missiën al ergens rond laten rijden als je iets wil testen. Maar dan moet je een keer met Jesse praten.


P: ja zou Jesse dat wel weten?


N: ja


P: dat zou goed kunnen dan ga ik wel een keer met Jesse praten.


N: ja dat is wel het type robot dat je wil testen dan. Want ik weet niet of je... ja jij hebt hem gezien he. want hij was op het sensor platform. ja dat is wel het type robot. en navigatie enzo zit er allemaal al op. dus daar hoef je niet heel veel meer aan te doen.


P: nee oke dat is wel heel leuk idd. ik zal met Jesse kijken of daar mogelijkheden over zijn.


N: het is gewoon allemaal kort dag en we zijn net een beetje bezig met dat platform werkend te krijgen. Dus dat is ook net iets te vroeg dan ook maar dat zou kunnen. En verder weet ik het niet. Maar casestudies kan je ook een heel end mee komen. Maar het is in dit vakgebied waar wij ook veel onderzoek naar doen is het heel lastig maar ook heel belangrijk om ook mate te nemen waar mensen niet zelf hoeven na te denken. Want als je er zelf intensief over nadenkt dan zagen wij dus toch dat dan soms dan toch heel anders is dan wat je ziet in het gedrag. Maar het is best lastig om dat goed te meten zonder dat je mensen echt vraagt van wat vind je hier van om dan toch iets te zeggen van wat ze ervan vinden.


P: ja


N: dat is vaak dan heel lastig.


P: ja als je gaat vragen van voel je je oncomfortabel enzo.


N: ja dat werkt dus wel redelijk. Dat hebben we gebruikt in die passing distance studie en daar zie je dus ook wel duidelijk een trend. ik kan wel even wat plaatjes laten zien dat maakt veel duidelijk.


N: Dit is was die passing distance studie. Daar hebben we gewoon een gang gemaakt en daar hebben we wel echt gevraagd hoe comfortabel was je nou? En dan konden we toch best wel op een schaal van een tot zeven konden mensen dat best wel goed inschatten. Waardoor we wel een duidelijke verband zagen tussen afstand en hoe comfortabel mensen zich voelden.


P: 7 is dan heel comfortabel?


N: ja het was wel een plafond effect, omdat mensen vrij snel iets hadden van nu is ie ver weg genoeg. En we hebben niet echt lager dan 4 gemeten. Maar dit komt omdat je mensen niet in gevaar mag brengen. Want het liefst stuur je pepper rakelings langs mensen. Maar dat is voor zowel mensen als pepper gevaarlijk. Maar het liefst zou je dit nog verder door laten lopen maar dat is lastig meten. Dit is 30 cm ja. Want als je dan kijkt naar comfort rating 6 dat is dan 80 cm van center to center. Dat is eigenlijk al best wel dichtbij. Als je de schouderbreedte van ons en de robot mee neemt dan is het echt maar 40 cm. En dat is dan volgens de psychologen die hier al heel lang naar kijken richting de intieme zone. De zone waarin je intiem interacties hebt.


P: met andere mensen?


N: Ja met andere mensen.


T: Was er veel overlap tussen deze afstand en het comfort dat mensen ervaarde en wanneer dit met andere mensen was in plaats van met robots. Als je zeg maar in de bubbel van mensen kwam.


N: studies zijn eigenlijk nooit echt gedaan met mensen. Dat is dan deze slide. Over hoe de personal space van mensen er uit ziet is wel heel veel bekend maar ze zijn het er nog niet helemaal over eens. Dit is de eerste studie die zegt dat we cirkels hebben voor persoonlijke, intieme en sociale interacties. zeg maar een steeds groter wordende cirkel. Maar ik denk zelf dat het er eerder zo uit ziet. Want ik denk zelf dat wanneer je tegenover elkaar staat dat je meer ruimte nodig hebt dan wanneer je langs iemand loopt. Dus dat het meer een soort van eivorm wordt. En deze wordt heel veel gebruikt in human aware navigation modellen. Deze is volgens het social force model. Dat mensen in de loop richting aan beide kanten meer ruimte nodig hebben. En dit is iets wat we ook veel zien: asymmetrisch. Onze voorkeur om bijvoorbeeld iemand aan de rechterkant te passeren. wat wij dus ook verwacht hadden te vinden maar niet gevonden hebben. Waarschijnlijk omdat ook in mens-mens interactie we wel weten dat we graag recht willen passeren maar als we aan de linkerkant ergens moeten zijn dan is het raar om eerst recht om iemand heen te gaan. Dus als je een duidelijke taak hebt dan gaat dat voor. En hier hadden mensen een hele duidelijke taak. Wij zeiden gewoon loop op de blauwe lijn, loop op de rode lijn en dan was het niet erg aan welke kant pepper langs kwam. Dus waarschijnlijk hebben we dat daarom niet gevonden. Dit was dan die andere studie. Hier werd nog een keer herhaald wat de resultaten waren van het onderzoek met signalen.


N: Maar het ligt ook aan de context of het heel veel uit maakt. Dus dat is iets waar je heel erg naar moet kijken. Als je casestudies maakt is context wel heel belangrijk. Want in dit soort studies is context heel relevant. Als het gaat om personal space maakt context al heel veel uit. Stel je voor in de trein als het heel rustig is ga je niet naast iemand zitten en als het heel druk is dan wel. Maar dat moet je dan ook mee nemen als je zo een studie gaat doen.


P: maar mensen voelden zich dan ook wel gewoon veilig.


N: ja mensen voelden zich in beide studies veilig ook omdat we dat garanderen. Ik denk dat pepper ook niet zo een heel bedreigende robot is. Wat we wel hier heel erg hoorde en niet verwachtte was dat pepper ondanks dat hij een menselijke vorm had en hij echt alleen die cues gebruikte. hij heeft niet aangekeken of andere sociale dingen gedaan. alleen maar die knipperende ledjes, stem of zijn lichaam draaien. En toch gingen mensen een hele persoonlijkheid aan pepper toe schrijven. Want ook al hadden we niet echt gezegd dat ze het spel moesten winnen. Gingen mensen wel proberen sneller dan pepper te zijn. En dan gingen ze ook echt zeggen dat ze het gevoel hadden dat pepper er op uit was om van ze te winnen. Dat pepper per se op hun vakje wilden komen. Omdat ze dan zouden verliezen.


P: soort van een spel ervan maakte.


N: maar dat ze ook pepper daar de schuld voor gaven. Terwijl ie gewoon een voorgeprogrammeerd pad had en die daar helemaal niet op uit was. Hij wist zelfs niet waar de proefpersoon was. Hij had gewoon een pad en dat volgde ie. Dat is wel bijzonder en ook al zal je dat minder hebben bij bijvoorbeeld avgs dat soort dingen heb je wel, zo zijn mensen. Wat dit soort dingen heel moeilijk maakt. Want wij mensen proberen altijd alles te verklaren. Dat is ook evolutionair natuurlijk. We willen gewoon wat we zien plaats geven in wat we denken dat er gebeurt voor robots hebben we nog niet echt duidelijk een mentaal model. Kijk als ik een mens iets zie doen dan kan ik mijn model dat ik heb van mensen gewoon daar op toepassen. En dan heb ik een idee wat die mens doet. Als ik jou naar de koffieautomaat zie lopen dan denk ik: hij zal wel koffie willen. En bij robots hebben we nog niet echt zo een model omdat die pas net een beetje onze samenleving binnen komen, dus gebruiken we vaak modellen van dingen die we al kennen. Ik denk dat bij pepper mensen heel snel het model van een mens toepassen. Dan zal ie zich wel gedragen als een mens en bij avgs misschien eerder die van een auto want daar hebben we wel wat ideeën over. Maar wat voor model we ook toepassen we proberen het gedrag van de robot te verklaren. En het mooiste is natuurlijk als dat ook klopt met wat er uiteindelijk gebeurt. Dus je wil als ontwerper van de robot wil je dat de intentie die mensen aan de robot toeschrijven ook klopt met het gedrag dat de robot ook daadwerkelijk gaat vertonen. Elke keer opnieuw verbaas ik me er over wat voor dingen mensen denken over die robots. Het praatje wat je dan ook niet bijgewoond hebt is dat van peter ruiten. Die heeft gepraat over antropomorfisme. Antropomorfisme is het toeschrijven van menselijke eigenschappen aan iets dat niet menselijk is. Wat natuurlijk heel veel gebeurt bij robots. Dat mensen de robot jaloers noemen of boos. Dat kan die robot helemaal niet. Dat hebben we niet in geprogrammeerd. Maar dan toch, het gedrag wat ze zien maakt dat ze dat van die robot gaan denken. En ook zeker als je naar avgs en robots in de werkplaats gaat kijken is het fijn als die geaccepteerd worden. Want het helpt wel al heel erg als mensen de juiste verwachtingen hebben van het apparaat. Dus wat ze denken dat ie gaat doen dat dat dan ook klopt. Dus dat moet de robot goed laten zien


P: dan voelen mensen zich comfortabeler?


N: ja ja want dan kun je gewoon verklaren wat je ziet.


P: want we hoorden van [onverstaanbaar] dat ze ook wel eens gesloopt werden. Ik weet niet of je daar zelf iets van gehoord hebt.


N: nee dat is net weer een beetje een ander onderzoeksgebied. Maar dat soort verhalen ken ik ook wel ja, dat ze robots saboteren als ze hem bedreigend vinden. Maar ik heb daar geen hard bewijs voor. Waar ik wel heel erg in geloof is dat als mensen de robot beter begrijpen dat dit dan ook een stuk beter gaat. Want in het algemeen heeft de samenleving een heel verkeerd beeld van robots. Wij hebben een technische opleiding dan heb je er vast wel ervaring mee dat mensen die daar niet zoveel mee te maken hebben hele onrealistische verwachtingen hebben van hoe ver we zijn met robotica en techniek in het algemeen. En dat is gewoon algemeen al een trend. En als zo een robot dan ook nog dingen doet zonder dat je kan verklaren dat ie doet wat ie doet dan is dat ook wel beangstigend.


T: Je zegt vrij veel over dat mensen proberen in te schatten wat die robot doet. En dat als ze dit fout hebben dat ze dit dan ook vervelend vinden. Hoe vaak gebeurt het dat mensen het goed inschatten wat robots aan het doen zijn. En hoe veel invloed heeft dit op de mensen die met die robots werken als ze dit goed of fout inschatten.


N: Wat je nu vaak ziet is dat robots van de partners binnen fast nog geen menselijk bewustzijn hebben. Dus dat ze niet weten wat mensen zijn en gewoon hun eigen ding doen. En wat je dan vaak ziet wat mensen doen is wachten. Ik heb op verschillende use case locaties gekeken en mensen staan gewoon stil. Als die robot er aan komt en mensen weten niet wat ie gaat doen dan wachten ze gewoon. “Ik weet het niet ik sta stil.” en dat is niet efficiënt.


P: Is het wel bekend bij die robots dat hij stopt als er mensen in de buurt komen?


N: hij stopt gewoon voor obstakels. Ze hebben goede obstacle avoidance maar ze weten het verschil niet tussen een mens en een niet mens. Dus als je als mens ervoor gaat staan dan stopt ie wel, hoop je. Maar dan sta je beiden stil. Dus daar wordt nu niet echt gecommuniceerd met elkaar als je elkaar bijvoorbeeld tegen komt. En dan wacht de mens vaak, zeker als ze niet weten wat de robot doet. Het verschil dat je hierin moet maken is mensen die met de robot werken. Dus die in het warenhuis werk doen en elke dag die robot zien. En mensen die de robot voor het eerst zien. Mensen die de robot kennen die hebben een beter idee van wat de robot gaat doen. Maar als je voor het eerst met de robot in aanraking komt dat kan je het bijna niet voorspellen. Het effect is nu dat het beeld van de robot heel erg wordt bepaald door wat mensen zien. Ze vinden hem bijvoorbeeld snel een domme robot. Als ie iets doet dat mensen onlogisch vinden waardoor ze zich snel ook minder comfortabel voelen. Ook omdat ze niet kunnen voorspellen wat de robot gaat doen. Waardoor je niet je eigen taak kan doen omdat je je bewust moet zijn van waar de robot op dat moment is. En als ze wel weten wat ie gaat doen dan kan je zelf ook comfortabel bewegen in dezelfde ruimte als de robot.