Eerdere vergelijkbare studies

From Control Systems Technology Group
Revision as of 16:22, 13 October 2014 by S119729 (talk | contribs)
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)
Jump to navigation Jump to search

Terug

4Achtergrondinformatie

Eerdere vergelijkbare studies

Om een idee te krijgen wat ons uitgangspunt moet zijn voor ons onderzoek, hebben we bekeken of er al soortgelijke studie zijn geweest hierover. Als hier nuttige resultaten uitkomen, kunnen wij deze gebruiken om extra op te letten op deze resultaten. We snijden op zich een nieuw onderwerp aan, waarbij we dus gaan kijken naar een specifieke doelgroep met een specifieke hoofdvraag. Ons onderzoek is dus nog nooit eerder gedaan. Wel zijn er verrassend veel gelijkwaardige studies te vinden. De komende studies zijn zeker handig geweest voor het algemene idee. Er is een studie gedaan naar de houding van mensen die al in het zorgsysteem zitten, maar ook naar de houding van de werknemers en familie van de patiënten. Ze merken op dat verschillende robot technologieën zijn afgewezen in het zorgsysteem, omdat ontwerpers niet kunnen voldoen aan de behoeftes van de patiënten. Dit komt omdat ouderen een heel andere houding hebben dan jongeren. Ze hebben namelijk vaak geen vertrouwen in de technologie of ze weten niet hoe ze het moeten gebruiken. Als ze iets moeilijks moeten gaan doen, maar het lukt niet, geven ze gauw op, en vragen niet graag naar hulp. Voor hun onderzoek hebben ze dus drie groepjes mensen gemaakt: patiënten, medewerkers, en familie van de patiënten. Ze hebben voor ieder een enquête gemaakt om in te vullen. Hieruit kwamen de volgende conclusies:

  • Patiënten zien de mogelijkheid wel degelijk voor zich dat robots nuttig kunnen zijn op veel gebieden in de zorg
  • De meest zinvolle taak voor een robot is het detecteren van vallen en het roepen van hulp
  • De verschijning van de robot moet iets te maken hebben met zijn taak
  • Medewerkers zijn bang dat hun baan wordt overgenomen door robots.

Uit onderzoek naar het verschil tussen een “smart home” en een robot blijkt dat men een smart home-systeem meer vertrouwt dan een robot als NAO. Op alle andere gebieden scoort de robot wel hoger. De reden voor het lage vertrouwen, denken de onderzoekers, is dat een robot te geavanceerd is en dat de mensen niet meer kunnen inzien hoe hij werkt, in tegenstelling tot een smart home-systeem wat bestaat uit camera’s, luidsprekers en sensoren. De proefpersonen hebben wel een positievere houding tegen over een robot maar vertrouwen hem niet. Echter wordt er wel ondervonden dat de proefpersonen liever luisteren en ondersteuning krijgen van de robot dan door het smart home-systeem. Uit de conclusie van dit onderzoek kan gehaald worden dat de mensen wel liever een robot in huis hebben dan een smart home systeem, als er meer vertrouwen kan opgebouwd voor de robot. [1] Ook sporten ouderen liever met een echte robot dan met een avatar. De ouderen sporten intensiever en beter als er een robot voor hun staat, in plaats van een avatar op een beeld scherm. De reden hiervoor is dat de beweging die de robot maakt beter te zien zijn in vergelijking met een avatar op een beeldscherm die je slechts van een kant kan zien. [2] De sociale rol van de zorg robot blijkt een belangrijke bijdragen te hebben voor de angst die mensen hebben voor de robot. Uit een onderzoek uitgevoerd door Stanford University, dat de impact van de 3 verschillende sociale rollen meten. De 3 verschillende sociale rollen waren:

  • Zuiver medium, directe communicatie met zorgverleners zonder enige vorm van eigen identiteit.
  • Sociaal medium, directe communicatie met zorgverleners maar met een eigen identiteit
  • Sociale acteur, geen directe communicatie met zorgverleners maar met een eigen identiteit

Verder werd er ook nog naar gekeken wat voor effect het had, als de proefpersonen vooraf wisten welke rol de robot in zat. Of de proefpersonen dan banger of juist meer vertrouwen zouden hebben in de robot. Hier uit bleek dat mensen het fijner en vertrouwder vonden als ze vooraf wisten welke rol de robot speelde van de 3 voorgeschreven rollen. Het gaf de proefpersonen meer vertrouwen in de robot en resulteerde dus in een positieve invloed op de angst. Het probleem alleen is dat vooraf moeilijk kan worden ingeschat in welke rol een robot zich bevind. Als robots in de nabij toekomst deel gaan nemen aan het dagelijkse levenspatroon van een zorgontvanger kan er moeilijk iedere keer voordat de robot iets doet uitleg komen over welke rol de robot zich in bevindt. Maar het tweede deel van dit onderzoek levert meer bruikbare informatie op, namelijk de invloeden van de verschillende rollen. Er blijkt namelijk dat mensen zich minder geïsoleerd voelen als ze omgaan met een zorg robot die als een zuivermedium werkt terwijl ze minder angst vertoonde bij een robot die als sociale acteur werkt. Het is met deze reden aan te raden om een robot te ontwerpen die tussen twee rollen kan wisselen wanneer dat nodig moest zijn. Zo dat de robot optimaal functioneert bij iedere taak. [2]

Bronnen

[1] Media: Robots in de thuiszorg.pdf

[2] Media: Health exercises with an avatarr.pdf

[3] Media: Effects of Robot-Assisted Activity for Elderly People and Nurses at a Day Service Center.pdf